Bijna was Moerenhout kampioen
Slapeloze nachten heeft hij er niet aan overgehouden. Daarvoor is Koos Moerenhout veel te nuchter. Maar wat was hij dicht bij de wereldtitel in 2005, de laatste keer dat de wereldkampioenschappen in Spanje werden gehouden. “Ik schrok er zelf van.”
In de laatste ronde zat de 31-jarige superknecht nog altijd van voren. “Het was helemaal geen vanzelfsprekendheid dat ik daar zat. Dat ik met de internationale top mee kon doen. Michael Boogerd was onze kopman”, weet de huidige ploegleider van de Rabo/Liv-vrouwenploeg nog.
Moerenhout had in 1997 al eens eerder een goed WK gereden. “Dat was ook in Spanje, in San Sebastián. Zat ik met Roberto Heras op kop in de laatste ronde. Maar toen kwam ik tekort.” In 2005, in Madrid, reed hij de wedstrijd van zijn leven. De Rabobank-renner ging met toppers als Paolo Bettini, Aleksander Vinokoerov en Boogerd de laatste kilometers in.
“Boogerd schoof in mijn wiel”
Niet de Italiaan of de Kazach hield Moerenhout uiteindelijk van de titel af, maar Boogerd. “Ik had al wat serieuze inspanningen gedaan tijdens de wedstrijd. Maar ik zat er nog steeds. Op een gegeven moment keek iedereen naar elkaar en ontstond er een groepje met Boogerd, Bettini en Vinokoerov.”
Twee renners sprongen er naar toe, Moerenhout sprong mee. “Met Stangelj en Serrano. We sloten aan bij dat trio. Op dat moment wilde ik doorgaan, maar Michael schoof aan in mijn wiel. Als hij zijn benen had stilgehouden, was ik weggeweest.”
Of hij nooit meer was teruggepakt, is niet te bewijzen. Het zestal bleef bijeen, hield de benen stil en een grote groep kon in de laatste meters terugkeren. Een jonge Tom Boonen sprintte naar de wereldtitel, voor een jonge Alejandro Valverde. Moerenhout kwam als zeventiende over de finish.
“Het was verschrikkelijk”
Moerenhout fietste daarna nog vijf seizoenen, maar nooit kwam hij meer in de positie om een dergelijk grote wedstrijd te winnen.
De toenmalige bondscoach, Egon van Kessel, kan zich de finale ook nog goed voor de geest halen. “Het was echt verschrikkelijk. Ik had het er later nog wel eens over met Michael en Koos. Dáár hebben we het laten liggen. We hadden een kans van twee op zes om wereldkampioen te worden. Ik schreeuwde tegen Koos via de radio: gáán, maar Michael wilde wachten. We hadden wereldkampioen moeten worden.”
Frustratie
Een dag. Zolang duurde het voordat Moerenhout over zijn frustratie heen was. “Ik heb het redelijk rap van me af gezet. Maar het was mijn kans om wereldkampioen te worden, dat klopt. Sindsdien heb ik nog maar één keer dat gevoel gehad, dat ik de wedstrijd van mijn leven fietste. Dat was in de Eneco Tour van 2010. In de rit naar Ronse, door de Vlaamse Ardennen. Toen voelde ik mijn benen niet.”
Die etappe won Moerenhout voor de jonge Duitser Tony Martin. Twee maanden later reed hij zijn elfde en laatste wereldkampioenschap in het Australische Geelong. Met een dertiende plaats nam hij, op 36-jarige leeftijd, afscheid.
NOS